Social Club Den Haag van goed georganiseerde zeepkist naar professionele brancheorganisatie 

Bart de Bart, Stichting Studeren en Werken Op Maat (SWOM), Social Club Den Haag 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Bart de Bart, oprichter Stichting Studeren en Werken Op Maat (SWOM) mag niet in dit rijtje ontbreken. 10 jaar geleden stond hij zijn idee te pitchen voor een Nutshuis vol Social Club leden. Sinds 2017 is hij zelf voorzitter van Social Club Den Haag en maakte hij zich hard voor de professionalisering als brancheorganisatie, de Sectordeal Sociaal Ondernemen en projecten als Baankans! We zoeken Bart op in het kantoor van SWOM aan het Lange Voorhout. Sfeervol en – ondanks het historisch karakter van het pand –  toegankelijk gemaakt voor mensen in een rolstoel. 

“Social Club Den Haag is ontstaan als een goed georganiseerde zeepkist om het evangelie van het sociaal ondernemen te verkondigen,” zo omschrijft Bart het zelf. “Toen bleven er vragen van ondernemers binnenkomen. Wat konden we daarmee? De echte revitalisatie kwam met de Sectordeal Sociaal Ondernemen. In coronatijd hebben we samen met de gemeente inzichtelijk gemaakt wie de sociaal ondernemers in Den Haag zijn en wat zij bijdragen. Het knuffelgehalte ging eraf met de komst van ‘Social Capital’, ‘GreenFox Social Return’ en ‘I-did’. Sociaal ondernemers die serieus hebben opgeschaald. De kern is echte omzet en met subsidie helpt de overheid de ondernemer een maatschappelijk probleem op te lossen.” 

Uit die ivoren toren 

Als maatschappelijk probleem voor Den Haag benoemt Bart dat er te veel mensen aan de kant staan. Daarbij ziet hij de verdeeldheid in de stad: “De klappen vallen op specifieke plekken.” Oplossingen ziet Bart in het loskomen van de politiek: “We moeten het met elkaar voor de stad doen. En niet vergeten dat ondernemers de dragers zijn van deze ambtenarenstad!” Bart begon zijn carrière ook ooit als ambtenaar bij het ministerie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Toen zat ik zelf in een ivoren toren. Als je echt impact wil maken, moet je eruit en ondernemen is mijn instrument. Ik wil een arbeidsmarkt die lief is, een plek waar je je broer of zus in los wilt laten. Zelf ben ik drie maanden te vroeg geboren, ik liep vast in studie en werk. Van thuis uit kreeg ik veel steun, ik kom uit een stabiel gezin, maar wat als je dat niet hebt?” 

De vraag moet je overvallen 

“Ik zeg altijd: als je wilt meepraten, moet je ook in actie komen,” vervolgt Bart. “Ik wilde geen politieke partij, maar een mooie sociale stichting. Daar hadden we gelijk zoveel aanwas! Je moet eerst overvallen worden door de vraag. In 2010 begonnen we een actiegroep en in 2012 zijn we echt begonnen met Stichting Studeren en Werken Op Maat. Vanaf 2013 ging ik banenmarkten organiseren.” Daar kwam hij in contact met Jos Verhoeven van Start Foundation, die hem het laatste zetje gaf. Samen met zijn neef Frederik – een ervaren ondernemer – is Bart zijn businessmodel gaan ontwikkelen. “Vervolgens ben ik letterlijk met de NS-kaart 25 werkgevers langsgegaan door heel Nederland.” Door de afspraken die Bart met een aantal grote werkgevers maakte, kon hij de budgetten voor jobcoaching vanuit de gemeente en het UWV aanvullen om mensen goed te begeleiden: “In twee tot zes maanden worden kandidaten klaargestoomd om ‘on-the-job’ mee te lopen, zo’n anderhalf jaar.”   

Duurzame uitstroom naar werk? 

Volgens de definitie van de gemeente heeft SWOM intussen zo’n 600 mensen geholpen duurzaam naar werk uit te stromen. “Duurzaam uit de uitkering,” verduidelijkt Bart wat overheidsorganisaties daarmee bedoelen. “We moeten oppassen dat we niet de terminologie van de gemeente blijven volgen,” waarschuwt hij daarbij. “Hoe wij het bij SWOM en Social Club Den Haag zien, is dat iemand binnen zijn of haar capaciteit lekker bezig blijft.” Bart zou graag meer onderling vertrouwen zien om tot een gelijkwaardige manier van publiekprivaat samenwerken te komen: “Met subsidie krijgt de sociaal ondernemer ruimte om creatief te leren denken. We hebben bijvoorbeeld GGZ-specialisten aangenomen, omdat de bezuinigingen in de GGZ en de jeugdzorg hebben gezorgd voor meer instroom bij SWOM. De grootste besparingen waar wij voor zorgen, zitten ook in de GGZ en de huisartsenzorg.” Een duidelijk verhaal, maar, zo benadrukt Bart: “Voor de overheid is het een heel langzaam proces om zich te realiseren dat zij niet alles zelf moet doen.” 

Baankans! 

Als geslaagd voorbeeld van publiekprivaat samenwerken tussen gemeente Den Haag, Social Club Den Haag en partners in Den Haag Zuidwest, noemt Bart ‘Baankans!’. Voor dit project slaan buurtorganisaties, wijkbedrijven, bewonersnetwerken, buurtkamers en ambassadeurs de handen ineen om inwoners te bereiken die voor de gemeente niet altijd direct in beeld zijn. Deze inwoners krijgen hulp bij het vinden van een baan of opleiding bij een sociale onderneming. Na een succesvolle pilot is gezamenlijk besloten deze aanpak verder uit te bouwen en onder te brengen in een aparte stichting: ‘Samen Inlcusief’. Bart vat samen: “We hebben met Social Club de stap gemaakt naar een professionele brancheorganisatie en daar past bij dat het uitvoerende gedeelte apart in een stichting zit.” 

Oproep aan ‘blauwe accountant’ 

Een doel dat Bart met Social Club voor sociaal ondernemers wil bereiken is toegang tot reguliere financiering via het Social Impact Fonds Haaglanden. Ook ziet hij sociaal ondernemers graag samen meedoen in aanbestedingen. Tot slot wil hij met Social Club zorgen dat er in Haaglanden letterlijk meer ruimte komt voor sociaal ondernemen: “Den Haag laat veel kansen liggen omdat er geen betaalbare plekken zijn. De stad moet voor sociaal ondernemers zorgen en maatschappelijke huurprijzen rekenen.” Daar stelt Bart wel wat tegenover: “Als je echt groot wordt als sociaal ondernemer, moet je kunnen aantonen wat je directe opbrengst is voor de samenleving. Zo brengen veel sociaal ondernemers ‘CRSD’ al in de praktijk.” ‘Corporate Sustainability Reporting Directive’ (CSRD) is een richtlijn waarin staat dat steeds meer bedrijven vanaf 2024 verplicht worden te rapporteren op maatschappelijk vlak. “Het reguliere bedrijfsleven gaat hiertoe gedwongen worden,” licht Bart toe. “Nu staat altijd de aandeel waarde voorop en dat is altijd schadelijk voor de omgeving.” Voor sociaal ondernemers is het juist ook belangrijk om de macro-economische impact inzichtelijk te maken: “Wat als iemand belasting gaat betalen? Voor SWOM betekent dit dat elke euro die we in mensen investeren, € 2,82 oplevert. Ik zou heel graag een blauwe accountant horen die dit bevestigt,” besluit Bart bevlogen. “Dat zou een hele grote stap zijn.” 

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl 

Over 10 jaar is Social Club Den Haag overbodig! 

Kim Schofaerts, voorheen MKB Den Haag, nu programmadirecteur Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt en bedrijfsleven voor de Gemeente Den Haag 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Ondernemer Kim Schofaerts was tot 2022 als voorzitter MKB Den Haag betrokken bij Social Club Den Haag en nu parttime programmadirecteur aansluiting onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven bij Gemeente Den Haag. We ontmoeten Kim op het Stadhuis; een warme ontvangst op de tiende verdieping van ‘het IJspaleis’. 

Opgegroeid in Zeeland, leerde Kim Den Haag kennen als student Bestuurskunde. Na haar studie startte zij samen met anderen een adviesbureau voor aanbestedingen. 10 jaar later stapte zij uit dit samenwerkingsverband, ook omdat zij meer bij haar dochter wilde zijn: “Mijn vader heeft zich kapot gewerkt en raakte op zijn achtenveertigste arbeidsongeschikt. Toen hij me zei dat hij ons niet had zien opgroeien, besloot ik het zelf anders te doen.” Kim ging in eerste instantie vanuit huis werken en werd daarnaast in 2016 voorzitter van MKB Den Haag: “Ik vond het fijn weer ergens bij te horen en leerde anders naar de stad te kijken. Jeugdwerkloosheid was toen een groot probleem bijvoorbeeld. Vanuit MKB Den Haag werkten we samen met de gemeente en Stichting Boschuysen voor het programma ‘Jongeren in de lift’. We koppelden tien jongeren met ‘een gatenkaas-cv’ aan tien ondernemers. Na een één op één gesprek, waren het de ondernemers die de jongeren pitchten voor collega-MKB’ers.”  

Mensen niet langer afschrijven 

Kim probeert het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten met aandacht voor de specifieke context van de stad: “Den Haag heeft relatief veel kleine MKB’ers. In een klein team is het moeilijker om iemand op te vangen die misschien wat extra begeleiding nodig heeft.” Toch ziet Kim juist de oplossing in schaalverkleining: “Mijn opa was huisarts in het Oosten. Hij werkte samen met de dominee om mensen in kwetsbare posities te ondersteunen. Iedereen kende elkaar en keek naar elkaar om. Dat gevoel zijn we kwijtgeraakt door ontkerkelijking, individualisering, schaalvergroting, maar ook de Wajong bijvoorbeeld, die mensen in een hokje hield. We zijn mensen gaan afschrijven.” Kim groeide op in een klein Zeeuws dorpje waar in totaal zes kinderen woonden die allemaal naar een andere middelbare school gingen: “Ik begon altijd in mijn eentje aan de reis naar de school. Ik hoorde er voor anderen bij, maar zo voelde het voor mij niet altijd.” Kim benoemt dit gevoel als haar drijfveer om te willen zorgen dat iedereen zoveel mogelijk gezien en gehoord wordt. Kunnen meedoen en het hebben van een baan, zijn daarvoor middelen.  

Hou je bedrijfsvoering in de gaten 

Als Kim terugkijkt op 10 jaar samenwerken met sociaal ondernemers en Social Club Den Haag, ziet ze een ontwikkeling in sociaal ondernemerschap: “Sinds 2009 geeft de Social Return verplichting in opdrachten voor de overheid ook ruimte aan sociaal ondernemers. Daardoor stonden er veel ondernemers op die kansen zagen voor hun sociale manier van werken, bijvoorbeeld ‘Wilkohaag Metaal’. Nu zie je meer jonge, hoogopgeleide mensen die een sociale onderneming starten.” Kim benoemt ook de professionaliseringsslag bij sociaal ondernemers: “Zo is het eerste PSO-certificaat in Den Haag uitgereikt aan ‘Nelis’ en heeft  ‘Happy Tosti’ de krachten gebundeld in ‘Social Capital’. Manieren om te zorgen dat je een gezond bedrijf kunt zijn, wat niet afhankelijk is van subsidies!”  

Sectordeal Sociaal Ondernemen 

Kim vindt het belangrijk te benadrukken dat ze “nog nooit een asociale ondernemer heeft ontmoet. Maar,” zo benadrukt ze ook, “reguliere werkgevers zullen wel met een andere bril naar werknemers moeten gaan kijken om het arbeidsmarktvraagstuk op te lossen. Verhalen van succesvolle plaatsingen kunnen daarbij helpen. Om de verbinding tussen ondernemers te versterken heb ik Social Club voorzitter Bart de Bart in het bestuur van MKB Den Haag getrokken,” voegt ze lachend toe. Sinds Social Club en gemeente Den Haag samen met andere stakeholders in 2021 de ‘Sectordeal Sociaal Ondernemen’ ondertekenden, is het inzichtelijk maken van hoeveel mensen worden doorgeplaatst naar reguliere werkgevers, een speerpunt. Hoe kun je dit aantal verhogen? Kim pleit voor “een warme overdracht vanuit werkervaringsplaatsen bij de gemeente of sociaal ondernemers die als reïntegratiebureau werken. Als gemeenteprogramma zouden we ook kunnen helpen met de uitstroom naar reguliere banen door te ondersteunen met opleiding en begeleiding.”  

Sociaal ondernemers zijn kunstenaars 

Kim is blij dat de gemeente samen met Social Club Den Haag sociaal ondernemers binnenhaalt en op een podium zet. Daarnaast ziet zij kansen in het uitzetten van meer voorbehouden opdrachten voor sociaal ondernemers: “Dat is een verbeterpunt op inkoopvlak. Ik gun de gemeente en sociaal ondernemers een lange adem. Dat we met elkaar tien jaar vooruit kijken. Sociaal ondernemers zijn als kunstenaars, die zien de wereld anders. Ze kijken niet naar hoe kan het niet, maar naar hoe kan het wel. En,” zo benadrukt ze ook, “sociaal ondernemers spelen een cruciale rol, maar we moeten de kruidenier op de hoek niet vergeten. Over 10 jaar zijn Social Club Den Haag en mijn programma niet meer nodig, want dan is sociaal ondernemen in het normale bedrijfsleven opgenomen.” 

Nog altijd betrokken bij ondernemend Den Haag 

“Hoe houden we Den Haag leefbaar,” is de uitdaging die Kim ziet. “Het programma aansluiting onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven is in het leven geroepen omdat in alle sectoren krapte is. De gemeente kan het arbeidsmarktvraagstuk niet zelf oplossen, maar draagt wel zorg voor de inwoners van onze stad. We richten ons op de sectoren IT, Bouw en techniek, Zorg en welzijn, Openbaar bestuur en Veiligheid, Zakelijke en Juridische dienstverlening.” Als voorbeelden van hoe de gemeente dienend wil zijn aan de stad, noemt Kim het ‘Scholingsfonds Haaglanden leert door’: “Mensen die minder dan 130% van het minimumloon verdienen, kunnen een scholingsvoucher krijgen. De arbeidsmarkt is van iedereen en de gemeente wil samen met het onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke partners aan de slag.  

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl 

Leer ondernemers denken in ‘What-if-scenario’s’

Harry Wientjens, Rabobank Regio Den Haag, Nationaal Programma Zuidwest 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Harry Wientjens is als directeur van de coöperatieve Rabobank Regio Den Haag betrokken bij Social Club Den Haag. Daarnaast is hij voorzitter van Economic Board The Hague en Alliantievoorzitter Werkgelegenheid & Economie binnen het Nationaal Programma Zuidwest. We zien Harry op het kantoor van Rabobank aan de Bezuidenhoutseweg, waar we bij de koffieautomaat al in gesprek raken over de balans tussen maatschappelijke impact en financiële winst. 

Rabobank stond aan de wieg van Social Club Den Haag: “Sociaal ondernemers zijn de aanjagers van een inclusieve arbeidsmarkt, maar uiteindelijk moet iedereen die duurzaam wil ondernemen, dit omarmen. Als je dat niet doet komt de jeugd ook niet meer bij je werken,” benadrukt Harry. “Nu is het MKB bang voor de rompslomp; kleine ondernemers werken met jaarcontracten, het kan ze de kop kosten als iemand uitvalt. Tegelijk kun je in de huidige arbeidsmarkt niemand uitsluiten.” Gedreven vervolgt hij: “De balans zoeken tussen het commerciële en het maatschappelijke, daar ligt echt mijn passie. Soms is het net alsof je zou moeten kiezen, maar ik geloof in ‘help een ander zichzelf te helpen en word er zelf ook beter van’. Ik ben geboren in Den Haag Zuidwest en heb van huis uit meegekregen, dat je iemand helpt die het minder heeft en er iets aan probeert te veranderen.”  

Met kleine stapjes impact maken 

Harry is duidelijk over wat hij denkt dat de grootste maatschappelijke opgave voor Den Haag is: “Hoe sta je toe dat in een stad met 566.000 inwoners, het met bijna 10% van die mensen minder goed gaat? Die 60.000 moeten mee kunnen doen met het midden!” Dat is ook het onderwerp waaraan hij z’n steentje wil bijdragen: “Waar kan ik de meeste toegevoegde waarde bieden? Helpen werk te creëren met een innovatiefinanciering en coöperatief bankieren!” Harry voert gesprekken met lokale politici in Den Haag vanuit Economic Board The Hague. Als Alliantievoorzitter Werkgelegenheid & Economie binnen het Nationaal Programma Zuidwest, zet hij zich in voor de wijk waar hij zelf vandaan komt. Bewoners in Den Haag Zuidwest hebben vaker te maken met armoede, werkloosheid, gezondheidsproblemen, slechte woningen en sociaal isolement. “Den Haag Zuidwest is onderdeel van Den Haag. Laat Zuidwest niet de banlieue van Den Haag worden,” benadrukt Harry. “Je moet eerst het vertrouwen winnen van de buurt en met kleine stapjes impact maken. We deden thuis onze trampoline weg en die had ik in de buurt-app van Scheveningen kunnen zetten. In plaats daarvan staat die nu in een binnentuin in Zuidwest.” 

Sociaal ondernemen in Zuidwest 

Op de vraag hoe sociaal ondernemers een positieve verandering in Zuidwest kunnen maken, zegt Harry direct dat er markt moet zijn om te kunnen ondernemen: “Daarom is stap één de markt in kaart brengen, bij stap twee doe je dit met de signatuur van het gebied, bijvoorbeeld ‘de ambachtswijk’ en dan ga je kijken naar het arbeidspotentieel; is dat de bouw, de zorg of de maakindustrie? Die laatste is ingewikkeld, omdat voor grootschalige productie ruimte nodig is. Stap vier is: welke bedrijven haal je daarnaartoe? Hoe ga je bedrijven verleiden? Bijvoorbeeld door de vestiging van een zorghub? Of doe cultureel iets voor bezoekers; vestig er bijvoorbeeld een open depot voor Haagse musea, een trekpleister waardoor er ook een grand café in de wijk kan bestaan.” De Alliantie heeft bedrijfscontactfunctionarissen die ondernemers in Zuidwest op weg kunnen helpen. Het creëren van werk is de volgende stap, voor mensen die anders niet zo snel aan een baan zouden komen. Harry ziet hier een rol voor sociaal ondernemers, maar ook het “vereconomiseren van sociale projecten” kan een optie zijn. Wel benadrukt hij daarbij dat het geen “projectencaroussel” moet worden: “De doelgroep moet niet als speelbal worden gebruikt.” 

Brede Welvaart  

Harry vervolgt: “Ik wil dat een project een bedrijf wordt. Twee jaar subsidie is prima, maar daarna moet je als sociaal ondernemer op eigen benen kunnen staan. Rabobank investeert met coöperatief rendement. Dat betekent dat er niet twee ton uit hoeft te komen als je er één ton instopt. Het gaat om maatschappelijk rendement, ‘money well spent’. Sociaal ondernemers hoeven voor mij niet te meten om mijn onzekerheid te temmen, maar ik wil wel weten of het uiteindelijke doel bereikt wordt. Maak ook inzichtelijk welke maatschappelijke kosten je voorkomt met jouw onderneming of project.” Harry ziet een rol voor Rabobank in de regio om van alleen werk naar ‘Brede Welvaart’ te gaan kijken. Hierbij is niet alleen het Bruto Regionaal Product leidend, maar ook de elf dimensies van Brede Welvaart: veiligheid, milieu, gezondheid, subjectief welzijn, balans tussen werk en privé, wonen, onderwijs, materiële welvaart, maatschappelijke betrokkenheid, sociale relaties en banen.  

Mogelijkheden laten zien 

Harry ziet een rol voor Social Club Den Haag in de advisering van sociaal ondernemers over de criteria voor financiering en subsidies: “Bij coöperatief bankieren kijk je eerst naar de sociale onderneming als geheel en daar komt dan financiering bij. Leer ondernemers te denken in ‘What-if-scenario’s’. Als je goede antwoorden hebt, ben je altijd financierbaar.” Daarnaast kan Social Club samen met de gemeente naar de criteria voor bepaalde subsidies kijken, want nu komen die niet altijd bij de juiste doelgroep terecht, merkt Harry op. “De rol van Social Club is ook laten zien wat mogelijk is.” De sleutel voor maatschappelijke groei ziet Harry in de verbinding met andere partijen in de stad en samen willen leren. “Als je niet leert dan verbeter je niet,” en tot slot: “Als het goed gaat met de stad, gaat het goed met Rabobank. Een duidelijk belang!” 

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl 

Blijf inspireren en verbinden!

Sanne ten Bokkel Huinink, Fonds 1818 en Het Nutshuis 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Sanne ten Bokkel Huinink is sinds 2018 directeur van Fonds 1818 en Het Nutshuis. Fonds 1818 was betrokken bij de oprichting van Social Club Den Haag in 2014. Sanne kwam in die tijd vanuit Stichting Boschuysen in contact met sociaal ondernemers die zich inzetten voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. We spreken hem in het modern ingerichte kantoor van Fonds 1818, met uitzicht op het mozaïek van historische daken achter de statige gevel van Het Nutshuis. 

Sanne hoorde voor het eerst de term ‘sociale onderneming’ toen bij het 450-jarig bestaan van Stichting Boschuysen het idee ontstond iets te gaan doen tegen jeugdwerkloosheid. Zo leerde hij sociaal ondernemers als ‘Nelis’, ‘Sleutelen met jongeren’ en ‘Traub Stuc’ kennen: “Zij richtten zich op jongeren die tussen wal en schip vallen. Boschuysen betaalde samen met andere Haagse fondsen voor de jongeren die vanuit de gemeente geen ‘rugzakje’ meekregen.” Dit was volgens Sanne een traject met ‘ups en downs’. Wat hem tegenviel was dat de gemeente de ondernemers moeilijk in contact kon brengen met jongeren zonder werk: “Hoe kan dat als er zoveel zijn?” En dat terwijl het hebben van een baan zo belangrijk kan zijn: “Werk geeft jongeren zelfvertrouwen, een positie, vleugels. Werk geeft je een reden om op te staan en sociaal contact. Als voorbeeld noemt hij ‘GreenFox Social Return’: “zoveel meer dan een werkgever.” 

Geld als drijfveer zorgt voor vreemde gedragingen 

10 jaar later ziet Sanne ‘het niet kunnen meedoen’ van mensen en jongeren in het bijzonder, nog steeds als grootste maatschappelijke uitdaging waar Den Haag voor staat: “Het is mijn grote zorg dat die groep zich uitbreidt. 50% van de kinderen zit niet op het gevraagde niveau voor lezen en schrijven en dat is de generatie die de stad moet maken!” Als we Sanne vragen naar wat hem drijft, benoemt hij zijn kerkelijke opvoeding en hoe hij met de paplepel kreeg ingegoten dat je je steentje bij moet dragen. Geen wonder dat hij naar eigen zeggen “pukkels en jeuk” kreeg toen hij als civiel ingenieur uit Delft terecht kwam bij een commerciële multinational op het gebied van financieel advies: “Ik heb daar acht jaar gezeten en heel veel geleerd. Wel ging ik me steeds meer afvragen ‘Wat drijft deze organisatie? Wat motiveert deze mensen?’. Het antwoord was geld. En dat zorgt voor vreemde gedragingen.”  

Buiten gebeurt het 

Sanne koos een andere route en werd rentmeester bij Stichting Boschuysen en de Fundatie van Renswoude, twee Haagse vermogensfondsen. Vanuit die rol werkte hij al veel samen met Fonds 1818 en toen daar eind 2017 de directeurspost vrijkwam, solliciteerde hij direct: “Ik ben van de vierkante postzegel, dat regionale vind ik leuk. Als je chagrijnig bent over de samenleving, loop dan eens een dag met mij mee.” Zelf draait Sanne eens in de acht weken het spreekuur van Fonds 1818 waar potentiële fondsaanvragers hun vragen kunnen stellen. Om voeling te houden met wat er speelt, zorgt Sanne daarnaast dat hij elke dag bezoek ontvangt in Het Nutshuis, of een externe afspraak heeft. “Want,” zo benadrukt hij, “buiten gebeurt het!” 

Social Impact Fonds Haaglanden 

Terugblikkend op 10 jaar samenwerken met sociaal ondernemers en Social Club Den Haag, geeft Sanne aan dat Fonds 1818 in 2014 al begon met missie gerelateerd investeren. Het idee was om daarmee naast maatschappelijke impact, ook financieel rendement te behalen: “Dat leverde minder op dan we dachten en de constructie was te ingewikkeld, want wanneer trek je je geld terug? Fonds 1818 kwam tot de conclusie dat we geen bank zijn, maar dat schenken aan sociaal ondernemers wel kan en dat zijn we vervolgens gaan doen!” Naar het voorbeeld van Social Impact Fonds Rotterdam werken Fonds 1818 en Social Club Den Haag nu samen met andere partners aan zo’n fonds voor de regio Haaglanden. Hieraan gekoppeld is er straks één loket in de stad voor sociaal ondernemers.  

Echt publiekprivaat samenwerken 

Daarbij zou Sanne graag zien dat de gemeente meer de partner van de stad is en samen op zou trekken met sociaal ondernemers en fondsen: “Dat is pas écht publiekprivaat samenwerken. Nu blijft de gemeente vaak in de rol van ‘wij betalen, dus bepalen’.  Laat mensen in de stad het gewoon doen en laat los! Dit heeft alles te maken met vertrouwen kunnen geven, ook binnen de interne organisatie van de gemeente.” Voor sociaal ondernemers ziet Sanne een uitdaging in de balans tussen commerciële winst en goed doen. Daarbij geeft hij aan dat door alle wet- en regelgeving de nadruk soms meer op het geld dan op de impact lijkt te liggen: “Het is mooi als je je eigen broek op kunt houden, maar het idee moet blijven dat je door geld te verdienen mensen kunt helpen. Voor je het weet waai je met alle winden mee. Het is van de zotte dat het nodig is om gespecialiseerd te raken in al die verschillende regelingen en geldstromen!” 

Gewoon doen! 

Tot slot vragen we Sanne naar de toegevoegde waarde van Social Club Den Haag: “Jullie kunnen sociaal ondernemers helpen om treintjes te maken met elkaar. Als het iemand bijvoorbeeld niet lukt bij ‘Studeren en Werken Op Maat’ dat hij dan niet ‘terug de kaartenbak’ ingaat, maar wordt doorverwezen naar Nelis. Help sociaal ondernemers samen in te schrijven op aanbestedingen en verwijs ze naar een deskundige om daarbij te helpen. Inspireren is ook een belangrijke taak van Social Club, hoe jullie goede voorbeelden een podium bieden.” Uit eigen ervaring kan Sanne onderschrijven dat dit ook inspirerend is voor reguliere organisaties en bedrijven: “Zelf hebben wij bij het uitvallen van een collega iemand via ‘TeamX’ ingezet. Zij werken met mensen die belemmeringen ervaren bij het uitvoeren of verkrijgen van werk door langdurige ziekte, een aandoening of beperking. Dat ging prima, je moet het gewoon doen!” 

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl 

In gesprek met wethouder Kapteijns over sociaal inkopen

Vorige week spraken Bart de Bart, voorzitter van Social Club Den Haag, Ruben Blanke en wethouder Arjen Kapteijns over het belang van sociaal inkopen bij sociale ondernemingen. 

We bespraken onder andere dat sociaal inkopen niet alleen werkgelegenheid creëert, maar ook essentieel is voor de overgang naar een inclusieve economie. Het was een constructief gesprek waarbij we het onder andere hebben gehad over onze gezamenlijke doelen en kansen. Uiteraard als doel om samen nog meer impact te kunnen maken.

Wat is sociaal inkopen?

Sociaal inkopen betekent dat organisaties, zoals gemeenten, bewust producten en diensten afnemen van bedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben. Dit zorgt ervoor dat kwetsbare mensen weer mee kunnen doen en bevordert ook een toegankelijke arbeidsmarkt! Sociale ondernemingen streven naar maatschappelijke impact boven winst, wat hen uitstekende partners maakt voor sociaal inkopen.

Via initiatieven zoals Baankans zet SWOM zich in Den Haag in voor een inclusieve arbeidsmarkt. Samen werken we aan een stad waar iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen!