Social Club Den Haag van goed georganiseerde zeepkist naar professionele brancheorganisatie 

Bart de Bart, Stichting Studeren en Werken Op Maat (SWOM), Social Club Den Haag 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Bart de Bart, oprichter Stichting Studeren en Werken Op Maat (SWOM) mag niet in dit rijtje ontbreken. 10 jaar geleden stond hij zijn idee te pitchen voor een Nutshuis vol Social Club leden. Sinds 2017 is hij zelf voorzitter van Social Club Den Haag en maakte hij zich hard voor de professionalisering als brancheorganisatie, de Sectordeal Sociaal Ondernemen en projecten als Baankans! We zoeken Bart op in het kantoor van SWOM aan het Lange Voorhout. Sfeervol en – ondanks het historisch karakter van het pand –  toegankelijk gemaakt voor mensen in een rolstoel. 

“Social Club Den Haag is ontstaan als een goed georganiseerde zeepkist om het evangelie van het sociaal ondernemen te verkondigen,” zo omschrijft Bart het zelf. “Toen bleven er vragen van ondernemers binnenkomen. Wat konden we daarmee? De echte revitalisatie kwam met de Sectordeal Sociaal Ondernemen. In coronatijd hebben we samen met de gemeente inzichtelijk gemaakt wie de sociaal ondernemers in Den Haag zijn en wat zij bijdragen. Het knuffelgehalte ging eraf met de komst van ‘Social Capital’, ‘GreenFox Social Return’ en ‘I-did’. Sociaal ondernemers die serieus hebben opgeschaald. De kern is echte omzet en met subsidie helpt de overheid de ondernemer een maatschappelijk probleem op te lossen.” 

Uit die ivoren toren 

Als maatschappelijk probleem voor Den Haag benoemt Bart dat er te veel mensen aan de kant staan. Daarbij ziet hij de verdeeldheid in de stad: “De klappen vallen op specifieke plekken.” Oplossingen ziet Bart in het loskomen van de politiek: “We moeten het met elkaar voor de stad doen. En niet vergeten dat ondernemers de dragers zijn van deze ambtenarenstad!” Bart begon zijn carrière ook ooit als ambtenaar bij het ministerie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Toen zat ik zelf in een ivoren toren. Als je echt impact wil maken, moet je eruit en ondernemen is mijn instrument. Ik wil een arbeidsmarkt die lief is, een plek waar je je broer of zus in los wilt laten. Zelf ben ik drie maanden te vroeg geboren, ik liep vast in studie en werk. Van thuis uit kreeg ik veel steun, ik kom uit een stabiel gezin, maar wat als je dat niet hebt?” 

De vraag moet je overvallen 

“Ik zeg altijd: als je wilt meepraten, moet je ook in actie komen,” vervolgt Bart. “Ik wilde geen politieke partij, maar een mooie sociale stichting. Daar hadden we gelijk zoveel aanwas! Je moet eerst overvallen worden door de vraag. In 2010 begonnen we een actiegroep en in 2012 zijn we echt begonnen met Stichting Studeren en Werken Op Maat. Vanaf 2013 ging ik banenmarkten organiseren.” Daar kwam hij in contact met Jos Verhoeven van Start Foundation, die hem het laatste zetje gaf. Samen met zijn neef Frederik – een ervaren ondernemer – is Bart zijn businessmodel gaan ontwikkelen. “Vervolgens ben ik letterlijk met de NS-kaart 25 werkgevers langsgegaan door heel Nederland.” Door de afspraken die Bart met een aantal grote werkgevers maakte, kon hij de budgetten voor jobcoaching vanuit de gemeente en het UWV aanvullen om mensen goed te begeleiden: “In twee tot zes maanden worden kandidaten klaargestoomd om ‘on-the-job’ mee te lopen, zo’n anderhalf jaar.”   

Duurzame uitstroom naar werk? 

Volgens de definitie van de gemeente heeft SWOM intussen zo’n 600 mensen geholpen duurzaam naar werk uit te stromen. “Duurzaam uit de uitkering,” verduidelijkt Bart wat overheidsorganisaties daarmee bedoelen. “We moeten oppassen dat we niet de terminologie van de gemeente blijven volgen,” waarschuwt hij daarbij. “Hoe wij het bij SWOM en Social Club Den Haag zien, is dat iemand binnen zijn of haar capaciteit lekker bezig blijft.” Bart zou graag meer onderling vertrouwen zien om tot een gelijkwaardige manier van publiekprivaat samenwerken te komen: “Met subsidie krijgt de sociaal ondernemer ruimte om creatief te leren denken. We hebben bijvoorbeeld GGZ-specialisten aangenomen, omdat de bezuinigingen in de GGZ en de jeugdzorg hebben gezorgd voor meer instroom bij SWOM. De grootste besparingen waar wij voor zorgen, zitten ook in de GGZ en de huisartsenzorg.” Een duidelijk verhaal, maar, zo benadrukt Bart: “Voor de overheid is het een heel langzaam proces om zich te realiseren dat zij niet alles zelf moet doen.” 

Baankans! 

Als geslaagd voorbeeld van publiekprivaat samenwerken tussen gemeente Den Haag, Social Club Den Haag en partners in Den Haag Zuidwest, noemt Bart ‘Baankans!’. Voor dit project slaan buurtorganisaties, wijkbedrijven, bewonersnetwerken, buurtkamers en ambassadeurs de handen ineen om inwoners te bereiken die voor de gemeente niet altijd direct in beeld zijn. Deze inwoners krijgen hulp bij het vinden van een baan of opleiding bij een sociale onderneming. Na een succesvolle pilot is gezamenlijk besloten deze aanpak verder uit te bouwen en onder te brengen in een aparte stichting: ‘Samen Inlcusief’. Bart vat samen: “We hebben met Social Club de stap gemaakt naar een professionele brancheorganisatie en daar past bij dat het uitvoerende gedeelte apart in een stichting zit.” 

Oproep aan ‘blauwe accountant’ 

Een doel dat Bart met Social Club voor sociaal ondernemers wil bereiken is toegang tot reguliere financiering via het Social Impact Fonds Haaglanden. Ook ziet hij sociaal ondernemers graag samen meedoen in aanbestedingen. Tot slot wil hij met Social Club zorgen dat er in Haaglanden letterlijk meer ruimte komt voor sociaal ondernemen: “Den Haag laat veel kansen liggen omdat er geen betaalbare plekken zijn. De stad moet voor sociaal ondernemers zorgen en maatschappelijke huurprijzen rekenen.” Daar stelt Bart wel wat tegenover: “Als je echt groot wordt als sociaal ondernemer, moet je kunnen aantonen wat je directe opbrengst is voor de samenleving. Zo brengen veel sociaal ondernemers ‘CRSD’ al in de praktijk.” ‘Corporate Sustainability Reporting Directive’ (CSRD) is een richtlijn waarin staat dat steeds meer bedrijven vanaf 2024 verplicht worden te rapporteren op maatschappelijk vlak. “Het reguliere bedrijfsleven gaat hiertoe gedwongen worden,” licht Bart toe. “Nu staat altijd de aandeel waarde voorop en dat is altijd schadelijk voor de omgeving.” Voor sociaal ondernemers is het juist ook belangrijk om de macro-economische impact inzichtelijk te maken: “Wat als iemand belasting gaat betalen? Voor SWOM betekent dit dat elke euro die we in mensen investeren, € 2,82 oplevert. Ik zou heel graag een blauwe accountant horen die dit bevestigt,” besluit Bart bevlogen. “Dat zou een hele grote stap zijn.” 

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl 

Renzo Deurloo nieuw bestuurslid

Met trots kondigen we aan dat Renzo Deurloo is toegetreden tot het bestuur van Social Club Den Haag. In dit interview deelt Renzo zijn inspirerende reis als sociaal ondernemer, zijn visie op Social Return on Investment (SROI) en zijn plannen om de sociale impact in Den Haag te vergroten. Lees verder om meer te weten te komen over Renzo’s passie voor maatschappelijke verandering en zijn rol binnen Social Club Den Haag. 

Kun je iets over jezelf vertellen? 

Natuurlijk! Ik ben 50 jaar, getrouwd met Marlou en vader van vier dochters. Ik ben al vijftien jaar sociaal ondernemer met Greenfox Social Return in Den Haag 

Waar komt je maatschappelijke missie vandaan? 

Ik heb de mazzel gehad dat mijn ouders mij onvoorwaardelijk hebben gesteund met overtuiging, liefde en financiën zodat ik fouten kon en mocht maken. Ik realiseerde mij vijftien jaar geleden dat dit niet voor iedereen is weggelegd en dat het extreem belangrijk is waar je geboren bent en wie je ouders zijn. Dat is niet oké, dat vind ik echt. Gewoon een weeffout in onze maatschappij. Werk is daar ook een afgeleide van. Het is niet oké dat bepaalde mensen wel in staat zijn om te studeren, bepaalde banen te krijgen en andere mensen niet die kans krijgen. 

Hoe is Greenfox Social Return ontstaan? 

Greenfox is ontstaan als een werkgelegenheidsproject in de installatiebranche. Ik vond het werken met mensen het leukst, dus ik ben mij daar op gaan focussen. We kregen steeds meer aanvragen om mensen te plaatsen. We begonnen ook mensen te detacheren en dat ging erg hard. Toen is Greenfox Social Return ontstaan dat zich alleen maar richt op het plaatsen van mensen met een vermeende afstand tot de arbeidsmarkt bij ondernemingen die ontzorgt willen worden met de invulling van hun SROI. Dat heeft zich de afgelopen zeven jaar heel sterk ontwikkeld. 

Wat is SROI? 

Social return, SROI, is uiteindelijk een contract eis om iets terug te doen voor de publieke opdrachtgever. Het is vaak een percentage van de aanneemsom. Dus als de gemeente besluit om een opdracht te verstrekken van 1 miljoen euro, dan wordt daarin bepaald dat 5%, à € 50.000, Social Return is. Een opdrachtnemer moet dan aantoonbaar maken dat er in de contractperiode € 50.000 aan waarde wordt gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in deze regio. 

Hoe belangrijk is SROI voor de ontwikkeling van Sociale Ondernemingen 

Het doel van SROI moet zijn om mensen weer aan het werk te helpen. Dus als jij iemand door middel van een payrollconstructie alleen maar boterhamzakjes laat maken dan gaat het fout. Dat is technisch gezien wel invulling van social return, want er wordt iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk geholpen, maar dat is niet duurzaam. Daarom is het belangrijk om partijen die duurzame banen en opleidingen creëren een beetje voor te trekken, en dat zijn de sociale ondernemingen. Daar zit ook het voordeel voor de gemeente. We willen dat iemand een kans krijgt die normaal gesproken geen eerste keuze is om duurzaam te laten uitstromen. Dus als je die ondersteuning gaat erkennen dan duw je bedrijven eigenlijk in de richting van sociaal ondernemers, wat heel veel kansen geeft voor sociaal ondernemers. 

Je bent als bestuurder toegetreden bij Social Club Den Haag met de portefeuille SROI, waar zie jij voor jezelf een rol en wat zou jij graag op de agenda zien? 

We hebben in Den Haag denk ik een heel sterk beleid. Dat doen we heel goed. Waar we nog een inhaalslag hebben te maken is de capaciteit. Als je kijkt naar de aantallen medewerkers op een social return afdeling in Rotterdam en Amsterdam dan is dat gewoon veel hoger. Daar zitten mensen die al vijftien jaar bezig zijn met een team van meer dan tien man. Daarin lopen wij hier nog achter. 

Ik was laatst in Rotterdam, daar kunnen ze op de euro zien hoeveel impact is gerealiseerd met SROI en hoeveel banen het heeft gecreëerd. Het zou mooi zijn als we dat hier ook zouden hebben. 
Maar we hebben nu een nieuwe manager SROI, die zie ik het op termijn wel oplossen. We hebben een klein beetje achterstand, maar dat kunnen we binnen afzienbare tijd wel inhalen. 

En voorbehouden opdrachten, kan je daar ook iets over zeggen? 

Als je kijkt naar voorbehouden opdrachten voor sociale ondernemers is Den Haag echt een koploper. Ter verduidelijking, een voorbehouden opdracht is een opdracht die wordt gegund aan een erkende sociale ondernemer omdat ten minste 30% van zijn personeel een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. We hebben in vergelijking met andere steden veel voorbehouden opdrachten en dat zit echt in het ecosysteem van de gemeente Den Haag. Ik denk dat ze hier acht jaar geleden mee zijn gestart. Het is nu steeds normaler dat voorbehouden opdrachten onderdeel zijn van een inkoopproces. Dat is uniek en typisch Haags. 
 
Wat zie je op dit moment als inspirerend voorbeeld? 

Een mooi voorbeeld vind ik de impact coalitie in Rotterdam. Dat is een succes en een enorme bron van inspiratie. Het is een soort mini ecosysteem waar op basis van vertrouwen en een gedeelde visie wordt samengewerkt om sociale ondernemers te laten groeien. Hierdoor kunnen sociale ondernemers concreet worden geholpen met kennis, netwerk en investeringen. Het is heel mooi dat we dat hier ook gaan doen. 

Wat kan jij voor sociale ondernemers betekenen 

Ze mogen mijn littekens zien. Ik kan ze vertellen wat ik allemaal fout heb gedaan. Een goede ondernemer overleeft zijn fouten. Er is geen school voor, er is eigenlijk alleen praktijk. Je moet het gewoon doen en dan gaat er sowieso iets fout. Altijd. Ik heb heel veel fouten gemaakt, want ik doe het nu vanaf mijn 21e. Dus ik kan mijn fouten delen. Maar ik kan niet zeggen hoe het moet. Nee, dat moet iemand zelf bepalen.