Nieuws

Leer ondernemers denken in ‘What-if-scenario’s’

Harry Wientjens, Rabobank Regio Den Haag, Nationaal Programma Zuidwest 

Social Club Den Haag bestaat 10 jaar en daarom interviewen we partners van het eerste uur over sociaal ondernemen, de maatschappelijke opgaven waar Den Haag voor staat en persoonlijke drijfveren. Harry Wientjens is als directeur van de coöperatieve Rabobank Regio Den Haag betrokken bij Social Club Den Haag. Daarnaast is hij voorzitter van Economic Board The Hague en Alliantievoorzitter Werkgelegenheid & Economie binnen het Nationaal Programma Zuidwest. We zien Harry op het kantoor van Rabobank aan de Bezuidenhoutseweg, waar we bij de koffieautomaat al in gesprek raken over de balans tussen maatschappelijke impact en financiële winst. 

Rabobank stond aan de wieg van Social Club Den Haag: “Sociaal ondernemers zijn de aanjagers van een inclusieve arbeidsmarkt, maar uiteindelijk moet iedereen die duurzaam wil ondernemen, dit omarmen. Als je dat niet doet komt de jeugd ook niet meer bij je werken,” benadrukt Harry. “Nu is het MKB bang voor de rompslomp; kleine ondernemers werken met jaarcontracten, het kan ze de kop kosten als iemand uitvalt. Tegelijk kun je in de huidige arbeidsmarkt niemand uitsluiten.” Gedreven vervolgt hij: “De balans zoeken tussen het commerciële en het maatschappelijke, daar ligt echt mijn passie. Soms is het net alsof je zou moeten kiezen, maar ik geloof in ‘help een ander zichzelf te helpen en word er zelf ook beter van’. Ik ben geboren in Den Haag Zuidwest en heb van huis uit meegekregen, dat je iemand helpt die het minder heeft en er iets aan probeert te veranderen.”  

Met kleine stapjes impact maken 

Harry is duidelijk over wat hij denkt dat de grootste maatschappelijke opgave voor Den Haag is: “Hoe sta je toe dat in een stad met 566.000 inwoners, het met bijna 10% van die mensen minder goed gaat? Die 60.000 moeten mee kunnen doen met het midden!” Dat is ook het onderwerp waaraan hij z’n steentje wil bijdragen: “Waar kan ik de meeste toegevoegde waarde bieden? Helpen werk te creëren met een innovatiefinanciering en coöperatief bankieren!” Harry voert gesprekken met lokale politici in Den Haag vanuit Economic Board The Hague. Als Alliantievoorzitter Werkgelegenheid & Economie binnen het Nationaal Programma Zuidwest, zet hij zich in voor de wijk waar hij zelf vandaan komt. Bewoners in Den Haag Zuidwest hebben vaker te maken met armoede, werkloosheid, gezondheidsproblemen, slechte woningen en sociaal isolement. “Den Haag Zuidwest is onderdeel van Den Haag. Laat Zuidwest niet de banlieue van Den Haag worden,” benadrukt Harry. “Je moet eerst het vertrouwen winnen van de buurt en met kleine stapjes impact maken. We deden thuis onze trampoline weg en die had ik in de buurt-app van Scheveningen kunnen zetten. In plaats daarvan staat die nu in een binnentuin in Zuidwest.” 

Sociaal ondernemen in Zuidwest 

Op de vraag hoe sociaal ondernemers een positieve verandering in Zuidwest kunnen maken, zegt Harry direct dat er markt moet zijn om te kunnen ondernemen: “Daarom is stap één de markt in kaart brengen, bij stap twee doe je dit met de signatuur van het gebied, bijvoorbeeld ‘de ambachtswijk’ en dan ga je kijken naar het arbeidspotentieel; is dat de bouw, de zorg of de maakindustrie? Die laatste is ingewikkeld, omdat voor grootschalige productie ruimte nodig is. Stap vier is: welke bedrijven haal je daarnaartoe? Hoe ga je bedrijven verleiden? Bijvoorbeeld door de vestiging van een zorghub? Of doe cultureel iets voor bezoekers; vestig er bijvoorbeeld een open depot voor Haagse musea, een trekpleister waardoor er ook een grand café in de wijk kan bestaan.” De Alliantie heeft bedrijfscontactfunctionarissen die ondernemers in Zuidwest op weg kunnen helpen. Het creëren van werk is de volgende stap, voor mensen die anders niet zo snel aan een baan zouden komen. Harry ziet hier een rol voor sociaal ondernemers, maar ook het “vereconomiseren van sociale projecten” kan een optie zijn. Wel benadrukt hij daarbij dat het geen “projectencaroussel” moet worden: “De doelgroep moet niet als speelbal worden gebruikt.” 

Brede Welvaart  

Harry vervolgt: “Ik wil dat een project een bedrijf wordt. Twee jaar subsidie is prima, maar daarna moet je als sociaal ondernemer op eigen benen kunnen staan. Rabobank investeert met coöperatief rendement. Dat betekent dat er niet twee ton uit hoeft te komen als je er één ton instopt. Het gaat om maatschappelijk rendement, ‘money well spent’. Sociaal ondernemers hoeven voor mij niet te meten om mijn onzekerheid te temmen, maar ik wil wel weten of het uiteindelijke doel bereikt wordt. Maak ook inzichtelijk welke maatschappelijke kosten je voorkomt met jouw onderneming of project.” Harry ziet een rol voor Rabobank in de regio om van alleen werk naar ‘Brede Welvaart’ te gaan kijken. Hierbij is niet alleen het Bruto Regionaal Product leidend, maar ook de elf dimensies van Brede Welvaart: veiligheid, milieu, gezondheid, subjectief welzijn, balans tussen werk en privé, wonen, onderwijs, materiële welvaart, maatschappelijke betrokkenheid, sociale relaties en banen.  

Mogelijkheden laten zien 

Harry ziet een rol voor Social Club Den Haag in de advisering van sociaal ondernemers over de criteria voor financiering en subsidies: “Bij coöperatief bankieren kijk je eerst naar de sociale onderneming als geheel en daar komt dan financiering bij. Leer ondernemers te denken in ‘What-if-scenario’s’. Als je goede antwoorden hebt, ben je altijd financierbaar.” Daarnaast kan Social Club samen met de gemeente naar de criteria voor bepaalde subsidies kijken, want nu komen die niet altijd bij de juiste doelgroep terecht, merkt Harry op. “De rol van Social Club is ook laten zien wat mogelijk is.” De sleutel voor maatschappelijke groei ziet Harry in de verbinding met andere partijen in de stad en samen willen leren. “Als je niet leert dan verbeter je niet,” en tot slot: “Als het goed gaat met de stad, gaat het goed met Rabobank. Een duidelijk belang!” 

Interview: Ruben Blanke Social Club Den Haag en Lisa Koolhoven Verhalenpodium 

Auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl